Ik herinner me mijn kindertijd vooral als jaren van te veel. Te veel verdriet, te veel angsten, te veel piekeren. Ik was hoogsensitief, over-emotioneel en had geen idee hoe ik daarmee om moest gaan.
Op volwassen leeftijd werd het niet meteen beter. In de drukte van het bestaan verloor ik snel de pedalen, ik belandde in depressies en angststoornissen en kreeg een joekel van een burn-out.
Maar er was één verschil: nu waren er boeken die mij vertelden hoe ik met mijn emoties en met de hobbels van het leven moest omgaan. Ik kon lezen hoe het moest en zou het op die manier wel leren.
Of dat dacht ik toch.
Jarenlang verslond ik zelfhulpboeken als knapperige chocoladekoekjes. Ze droegen ronkende titels zoals ‘De logica van geluk’, ‘Getting past your past’ en ‘Resilient’, en elke keer speelde hetzelfde scenario zich af:
Ik vond de inhoud van het boek meer dan waar,
Ik knikte,
wist zeker dat ik nu echt de sleutel tot rust had gevonden,
klapte het boek dicht …
en ging verder met mijn leven zoals het altijd was geweest.
Niets veranderde. En het was pas vele jaren en honderden boeken later dat ik het besefte:
Geen enkel zelfhulpboek zou me helpen. Alleen wist ik niet meteen waarom.
Nu weet ik het wel. En die kennis wil ik graag met je delen.
Copy paste of schadelijke onzin
Hoe hard de auteurs van zelfhulpboeken ook hun best doen om hun werk als een wonderlijke geheime formule te presenteren waar we al ons hele leven op zaten te wachten, hoe mooi ze het ook verpakken in een sfeervolle boekomslag met een aantrekkelijke titel, in feite brengen ze ofwel theorieën die ze van anderen hebben gejat ofwel formules die onrealistisch, onzinnig of onuitvoerbaar zijn en dus niet werken.
Wie theorieën jat (of vriendelijker gezegd kopieert) haalt de mosterd trouwens niet zomaar bij een hedendaagse mede-auteur of -goeroe. Nee, auteurs van zelfhulpboeken recycleren vooral gedachtegoed van honderden of duizenden jaren geleden. Hun toverformules zijn stuk voor stuk varianten op de leer die zowel het boeddhisme, het stoïcisme, de yogafilosofie als vele andere culturen of filosofieën heel lang geleden hebben uitgedragen.
En allemaal bevatten ze dus in se deze kernideeën:
- Leef in het nu.
- Aanvaard wat je niet kunt veranderen
- Word meester over je gedachten.
- Maak contact met je innerlijke zelf.
De reden waarom zoveel gekopieerd wordt, is eenvoudig: er zijn nu eenmaal geen 25 manieren om met de grillen van het leven en met het aapje in ons hoofd om te gaan. Er is maar één manier, die in elk van de eeuwenoude tradities net iets anders geformuleerd wordt en die dus in deze moderne zelfhulpboeken steeds weer wordt herhaald, alleen op een iets hippere manier.
Er is dus niets mis met deze boeken. Alleen zijn ze vooral onderling inwisselbaar en hoef je er zeker geen tientallen te lezen in de hoop eindelijk, in het volgende boek, een oplossing te vinden.
Zoals ik zelf dus jaren lang deed.
Maar er is ook een tweede soort zelfhulpboeken, die niet meteen theorieën van de oude meesters hebben gestolen, maar die onzin poneren en eerder schadelijk zijn.
Het is het soort dat grootspraak hanteert en jou overtuigt van de maakbaarheid van je leven door jou te doen geloven
- dat je werkelijk alles kunt bereiken in het leven als je het maar echt wilt (wat de beenloze man die hinkstapkampioen wilde worden staalhard zal ontkennen),
- dat hard werk automatisch leidt tot succes (terwijl succes veel gecompliceerder is en minstens evenveel te maken heeft met toeval, talent en nog een rist andere factoren)
of - dat je gewoon moet doen wat de auteur gedaan heeft om succesvol te worden – ‘Kijk eens waar ik vandaan kom en wat ik gerealiseerd heb’ (terwijl jij nooit in exact dezelfde context verkeert en daar exact dezelfde handelingen kunt stellen).
Dit soort boeken zijn ronduit schadelijk omdat ze zich richten tot wanhopige lezers die heel even denken het licht te zien, maar daarna dubbel zo hard ontgoocheld zijn in zichzelf eens ze merken dat niets gaat zoals dat volgens het boek zou moeten. Ze hebben dus – nog maar eens – “gefaald”.
Niemand heeft ooit een marathon gelopen door erover te lezen
Dat de meeste zelfhulpboeken dus gewoon uit copy paste zijn ontstaan of onzin uitkramen, is maar de helft van het probleem.
De andere helft heeft alles te maken met hoe het gros van de lezers ermee omgaat. Of er net niet mee omgaat. Dit probleem heeft namelijk te maken met implementatie, toepassen, uitvoeren, oefenen, trainen, wat vijf keer hetzelfde is, maar goed tot je door moet dringen.
Als jouw doel is om volgende zomer in anderhalf uur tijd de Mont Ventoux op te rijden met je fiets, dan zal je dat niet realiseren door er boeken over te lezen.
Nee, je moet aan het trainen slaan. En misschien kan een boek jou daar in eerste instantie advies over geven, maar daarna is het wel aan jou.
Net zo gaat het met onze geest, die van nature de hele dag als een aapje van tak naar tak springt, van de beslommeringen op je werk over wat-ga-ik-nu-weer-eens-klaarmaken-voor-het-avondeten tot waarom-moest-mijn-zus-alweer-zo-gemeen-doen.
Die geest ook die verslaafd is aan piekeren en die zich vanuit zijn natuur telkens weer richt op al het negatieve.
Als jij je hoofd tot een aangenamere plek wilt maken om in te wonen, dan zal je ook daarvoor aan het trainen moeten slaan. En dan kan één boek jou, net zoals bij de fiets-challenge, wel een stuk op weg zetten, maar daar stopt het gemak. Je zult aan de slag moeten gaan. Je zult moeten trainen, elke dag. In feite zul je dus moeten werken, discipline tonen en volharden, zoals dat ook bij topsport gebeurt.
Hoe ga ik dan wel aan de slag om rust te creëren in mijn hoofd?
Voor de meeste mensen zal het lezen van één goed boek jammer genoeg niet volstaan om tot een gezonde relaxte geest te komen.
Onze geest zit namelijk iets ingewikkelder in elkaar dan de beenspieren die een berg willen beklimmen.
Niet alleen moet het aapje in ons hoofd tot rust worden gebracht. Ook moeten we juist ademen om het daarbij te helpen in het gareel te lopen. Het laat zich van nature namelijk niet zo makkelijk temmen.
En, nog belangrijker: we moeten een trainingsschema opstellen.
En dan volhouden, ook als we even geen zin meer hebben.
De reden waarom elke topsporter een trainer onder de arm neemt, is niet in de eerste plaats omdat hij de technieken nog moet aanleren. Een tennisser van wereldklasse weet onderhand echt wel hoe hij een backhand moet uitvoeren.
Maar hij is nog steeds een mens. En dus heeft hij soms een schop onder de kont nodig of aanmoediging of iemand om zijn twijfels bij te uiten.
Ook jij zult dus een trainer nodig hebben als je je doel wilt bereiken. Iemand die jou alle uitleg verschaft over mediteren, die jou uiteendoet hoe mindfulness werkt en hoe je het concreet toepast in je dagelijkse leven, welke invloed je ademhaling heeft op je emoties en omgekeerd, en hoe je die adem kunt aanwenden als een superpower.
Een trainer die dit allemaal kon aanleren, heb ik zelf nooit gevonden.
Daarom ben ik hem zelf geworden.
Daarom heb ik alle opleidingen gevolgd om mensen zowel te trainen in mindfulness en meditatie als in ademhalingstechnieken, yogafilosofie en positieve psychologie
En daarom creëerde ik zelf het all-in-one programma ZEN, om onder andere jouw angsten en piekergedachten onder controle te krijgen.
Wil ook jij eindelijk eens rust kunnen krijgen in dat hoofd dat geen moment van ophouden weet?
Schrijf je dan meteen in. Of contacteer me voor meer info via eveline@flowwithlife.be. En start een nieuw leven. Een leven in harmonie met dat aapje in je hoofd, dat eindelijk tam en lief voor je is.
0 reacties