De bestuurder van het universum

De zon is verdwenen. Ze nam mijn hoop met zich mee. Dagenlang al stromen de tranen. Als in een loop herhalen dezelfde gedachten zich opnieuw en opnieuw. Ze graven zich een weg doorheen mijn weefsels, net zoals de kanker dat deed, het monster dat in alle stilte zijn tentakels uitspreidde, zich zo groot mogelijk maakte en zijn zaad snel snel alle richtingen uit stuwde voor het werd ontdekt.

Ik ga dood, klinkt het steeds weer in mijn hoofd. Waarom heb ik zo lang geloofd dat ik het zou halen? Een agressieve eierstokkanker als deze. Al die uitzaaiingen. Natuurlijk ga ik dood.

De crash kwam totaal onverwacht. Iemand stuurde me een link. Ik klikte erop, las gegevens en cijfers die ik al kende. Ze kwamen weer tot leven. De 70% kans dat het beest na de chemo terugkeert. De onmogelijkheid er nog van te genezen als dit gebeurt.

De angst besprong me, wurgde me, perste alle hoop uit mijn hoofd.

Mijn kinderen. Er ging een steek door mijn hart. Ze waren veel te jong om geen moeder meer te hebben. Ik moest er voor hen zijn.

Ergens binnenin buitelden de woorden over elkaar.

Het is mijn schuld, klonk het. Ik heb veel te jachtig geleefd.

Nee. Het is oneerlijk. Ik heb gezond gegeten, voldoende bewogen, nooit gerookt of gedronken.

En toch is het mijn schuld. Een leven van stress, van opgeklopte zorgen.

Kon ik maar alles opnieuw doen. Beter. Anders. Juist.

Ik zocht naar iets om me heen. Wist niet wat. Wist het opeens wel.

De verantwoordelijke voor ons lot. Waar was die? De bestuurder van het universum? Tot wie moest ik me wenden? Wie moest ik overtuigen, beloven dat ik het deze keer goed zou doen? Als ik maar mocht leven? Voor wie moest ik op mijn knieën vallen? Smeken om een tweede kans? Waar kon ik aankloppen en zeggen dat ik een goed mens zou zijn, dat ik het leven vanaf nu echt wel intens zou waarderen, koesteren als een baby, dat ik nooit nog zou klagen over kleinigheden, dat ik wilde helpen om de wereld wat mooier te maken als ik er – please alsjeblieft – maar mocht zijn? Wie kon me dat adres geven? Me mijn pleidooi laten doen?

En toen werd het dinsdag, kwam de voorlaatste chemodag eraan. Reden we nog maar eens naar het ziekenhuis.

‘Je bent er bijna,’ juichten mijn trouwe supporters via Messenger en Whatsapp.

Ik was hen dankbaar, maar dacht: ze hebben geen idee, en ik stortte een woordenvloed uit over de verpleegster die me kwam prikken. Ze luisterde, knikte, zei de psychologe te zullen sturen.

De dokter kwam me halen. Ik zei hem dat ik het lastig had, vroeg hoe lang na de chemo mijn poortkatheter verwijderd zou worden.

Er begon iets te trillen in de lucht.

‘We laten die liever zitten,’ zei hij, en de trilling zette zich om in een alarmtoon. ‘Meestal keert dit soort kanker zo snel terug dat het de moeite niet is om de katheter weg te nemen.’

Met kleine stapjes ging ik terug naar mijn ziekenhuiskamer. Gooide me op bed. Wachtte tot de psychologe langskwam, vroeg haar naar haar toverstokje en hoorde dat ze er ook geen had.

Alles is terug. De vragen waarom ik, waarom nu, waarom dit. De opstandigheid, het verdriet en de machteloosheid. Ze nemen me in een houdgreep, drukken mijn keel dicht, versmachten alle hoop die de zomerdagen me brachten. Na de loodzware operatie had ik de zon naar me toe getrokken. Ze was trouw aan mijn zijde gebleven. Toen de chemo me elke week een mokerslag toediende, had ik haar vastgehouden en gewiegd, me genesteld in haar stralen.

Ze heeft me losgelaten. Ik grijp in het luchtledige.

Door een mist van tranen kijk ik naar de regen. Een grijs gordijn. Ik vraag me af hoe het nu verder moet, in die herfst en winter die eraan komen. Ik vraag me af of het de eeuwige zon is geweest die er maandenlang voor heeft gezorgd dat ik overeind bleef en of dat zonder haar niet meer zal lukken.

Ik vraag me af wat de toekomst brengt.

Ik weet dat ik me moet herpakken. De focus moet richten op die 30%. Dat het alleen niet meteen lukt. Dat ik ook even mag crashen. Als ik straks maar weer opsta.

Misschien ga ik nog lang niet dood. Word ik zo oud als de queen.

Misschien is een dag een dag.

Misschien.

BLOG CATEGORIEËN

RECENTE BLOGS

2 Reacties

  1. Fredy Schild

    Hopen en bidden is alles wat ik voor je kan. Houd moed!

    Antwoord
    • Eveline

      Dank je wel, Fredy.

      Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Toolbox voor een zenuwstelsel in balans

Voel je je voortdurend overweldigd? Heb je last van stress, misschien ook wel van angsten? En ervaar je daardoor ook fysieke klachten?

 

Download dan mijn toolbox. In dit 15 pagina's tellende e-book geef ik jou een waaier aan oefeningen om je zenuwstelsel in balans te brengen en eindelijk weer rust te gaan ervaren in lichaam en geest.

Heel leuk dat je mijn e-book wilt ontvangen. Je krijgt het zo meteen in een mail. Check zeker ook je spam.

Pin It on Pinterest